BISEL
BISEL staat voor: 'Biotic Index at Secondary Education Level'
Achtergrond
De bedenker van deze methode is prof. Niels De Pauw, hoogleraar dierkunde en toegepaste ecologie aan de universiteit Gent. Onder zijn leiding werd in een Comenius project (een EU-project gericht op begrip tussen Europese culturen bij schoolgaande kinderen) een methodiek ontwikkeld, waarmeejongeren zelf de biologische kwaliteit van rivierwater kunnen bepalen. Meer informatie hierover vindt u ook op de website van de IVN afdeling Vecht en Plassengebied http://www.ivnvechtplassen.org/bisel/
Doel van BISEL is:
- De biotische index internationaal propageren op het niveau van het secundair onderwijs;
- De Europese dimensie van milieuproblemen verduidelijken door internationaal vergelijkbare testen van waterkwaliteit mogelijk te maken met de biotische index.
Uitvoering
Door middel van een schepnet wordt een monster genomen van de aanwezige macrofauna. De gevangen dieren worden met behulp van tabellen en zoekplaten tot op groepsniveau op naam gebracht. Vervolgens wordt met een tabel een getalswaarde bepaald, die de waterkwaliteit aangeeft. De waarde loopt van 10 (zeer goed) tot 1 (zeer slecht). Aangezien het systeem is opgezet voor stromend water, moet de beoordeling in stagnant (stilstaand) water met enige voorzichtigheid worden bekeken.
Uitwerking van de bepaling
Uitgegaan wordt van zogenaamde systematische eenheden. Er zijn 7 verschillende groepen onderscheiden, waarbij de eerste groep in schoon, zuurstofrijk water voorkomt en de zevende groep in zuurstofloos water.
- steenvliegen en haften uit stromend water. (Komen normaal niet voor in een sloot.)
- kokerjuffers.
- kapslakjes en overige larven van haften.
- libellenlarven, vlokreeftjes, weekdieren (met uitzondering van kapslakjes, erwtenmossels en schijfhoornslakken)
- waterpissebedden, bloedzuigers, waterwantsen, erwtenmossels en schijfhoornslakken.
- borstelwormen (speciaal Tubifex) en rode muggenlarven.
- rattenstaartlarven en larven van steekmuggen.
Neem voor het bepalen van de index een monster, door ongeveer 5 meter waterkant met een net of een zeef te bemonsteren. Zoek vervolgens het aantal soorten uit van de bovenstaande groepen en kijk naar de aantallen gevonden dieren van die soorten. Zoek vervolgens in de onderstaande tabel de hoogste waarde op en je hebt de klassificatie van je water.
Voorbeeld:
In je monster zitten o.a. 3 soorten kokerjuffers met in het totaal 15 individuen. Kokerjuffers horen
bij groep 2, je vindt meer dan 1 soort en het aantal individuen zit tussen 11 en 15. De klassificatie komt dan uit
op een 8. De interpretatie van de indexcijfers gaat vogens de onderstaande tabel:
Interpretatie van de biotische index
10 - 9 : weinig tot niet verontreinigd
8 - 7 : weinig verontreinigd
6 -
5 : verontreinigd, kritieke toestand
4 - 3 : zwaar verontreinigd
0 - 2 : zeer zwaar verontreinigd.